Dit houdt niet in dat je tijdens het leertraject enkel bezig bent met theorie of grondoefeningen. Al vrij snel ga je enkele tientallen meters de lucht in met de lier (ten minste bij enkele van de vliegscholen) en voor je het weet sta je op een bergtop in Frankrijk (bv. Col du Sapenay) of Oostenrijk om je eerste hoogtevlucht te maken. De laatste jaren van het leertraject ben je dan ook vooral bezig met ‘zelf vliegen’ in een gezellige en ontspannen omgeving. De stappen van het leertraject zijn als volgt:
Om erachter te komen of het je wat lijkt, kun je bij de meeste deltavliegscholen een proefles volgen. Tijdens zo’n proefles of introductiecursus van een paar dagen, leer je wat een deltavleugel is en ga je loopoefeningen doen met de deltavleugel op een vlak stuk. Als het dan mee zit mag je misschien zelfs al even een kort stukje van een lage helling rennen terwijl je ingehaakt bent aan het lestoestel. Vaak kom je nog niet echt van de grond tijdens een proefles maar krijg je wel een goede indruk van wat deltavliegen inhoud.
Tijdens een B1 cursus kan het lieren gecombineerd worden met de oefenhelling. Op een relatief lage oefenhelling (max. 60m) oefen je stapsgewijs het starten en landen. Op een gegeven moment kom je al een beetje ‘los’ en vlieg je al kleine stukjes. Bij het lieren ga je sneller de lucht in; hier ligt het leerdoel op sturen en zelfstandig de landing inschatten. Langzaamaan word je steeds hoger de lucht in getrokken, totdat je zelfs op hoogtes komt waarbij je een kort ‘circuitje’ (rondje) kunt vliegen.
Wanneer je zowel het starten, landen als sturen goed onder de knie hebt en de basistheorie kent, ben je klaar voor het B1 brevet. Hiermee mag je overigens nog niet zelf vliegen. Een B1 cursus duurt gemiddeld één jaar, afhankelijk van hoeveel lessen je volgt, je leertempo en het weer.
Vlieginstructeur Wim Egelmeers demonstreert hoe je stuurt met een deltavleugel tijdens een B1 les in Duitsland.
Tijdens een B2 cursus word je klaargestoomd voor het echte werk. Samen met de andere cursisten reis je af naar de bergen (bv. in Zuid-Frankrijk) om je eerste hoogtevluchten te maken. In het begin start je enkel onder rustige condities (bv. met weinig thermiek) en ligt de focus op veilig landen. Daarna ga je steeds een stapje verder en wordt de begeleiding via de portofoon minder.
Op den duur ben je zelf in staat om in te schatten of het veilig is om te starten en maak je geheel zelfstandige vluchten. Wanneer je dan slaagt voor het theorie-examen ben je klaar om zelfstandig te gaan vliegen. Een B2 cursus duurt ook tussen de één en twee jaar.
Wanneer je na het behalen van je B2 nog meer uitdaging zoekt kun je je ook nog opgeven voor een B3-, overland- of soarcursus.