Maar, deze luchtsnelheid is sneller dan een mens met een deltavleugel, op het platte vlak met nul wind, kan bereiken. Bij een start moet je dus een hulpmiddel hebben om er voor te zorgen dat jij samen met jouw toestel ten minste deze snelheid bereikt.
Naast dat aanstromende lucht (wind) van voren zal meehelpen, zijn er verschillende methodes bedacht om dit te bereiken.
Starten vanaf een berg is wellicht een van de meest spectaculaire manieren om met een deltavleugel de lucht in te gaan. Na de start heb je immers gelijk ontzettend veel hoogte en je vliegt vaak in gebieden met fantastisch mooie uitzichten. Bij een bergstart is het de bedoeling… Lees meer >
Duinen bieden een andere, bijzondere manier van starten met een deltavleugel. Zoals benoemd bij de bergstart zal de wind omhoog afbuigen als hij een obstakel tegenkomt. Dus ook bij een duin en de mooie constante wind die van zee komt, kan dit gebeuren. Lees meer >
Lieren is iets wat vooral gedaan wordt in vlakke gebieden, zoals Nederland. Met een sterke, lange lierkabel wordt de piloot de lucht ingetrokken. Het is hierbij de bedoeling dat je het eerste stuk wel zelf even wat passen meeloopt. Daarna maak je al snel hoogte en… Lees meer >
Het is ook mogelijk om je omhoog te laten trekken door een sleepvliegtuig. Ook deze methode is vooral interessant voor vlakke gebieden zoals Nederland. Tijdens het slepen word je een flink stuk omhoog geholpen zodat je over voldoende hoogte beschikt… Lees meer >
Een schuurstart lijkt dus soms ook goed te gaan, maar is zeker niet aan te raden.
In dit filmpje zie je wat duinsoaren is. De piloot is hier echter zijn beenbanden vergeten vast te maken, iets wat absoluut ‘not done’ is!