Deltavliegen is wellicht een van de goedkoopste luchtsport. Alleen paragliden komt qua investering in de buurt. De levensduur van een gemiddeld ‘matras’ is echter maar 5 tot 10 jaar terwijl je nog relatief veilige vluchten kan maken met een deltavleugel uit 1980, wat de afschrijving van een vleugel dus beperkt. Aan wat voor kostenplaatje moet je dan denken?
Hiernaast zie je een beknopt overzicht van de totale kosten. Deze kosten worden doorgaans uitgesmeerd over een jaar of 4-5 (lees verder op deze pagina meer hierover). Afhankelijk van wat je allemaal tweedehands kunt aanschaffen, kunnen de kosten voor materialen zelfs nog een stuk naar beneden.
B1 cursus 1000,00
B2 cursus 2000,00
Harnas 500,00
Helm 100,00
Radio 150,00
Noodchute 500,00
Vleugel 1000,00
Ladder + beugels voor opslag/vervoer 50,00
T-shirt van www.deltavliegen.info 20,50
Totaal 5.320,50
De B1 cursus bestaat uit een introductiecursus en follow-up lessen. Deze eerste periode tot het bereiken van je B1 brevet kost gemiddeld zo’n 1000,- euro. Tijdens de B1 cursus hoef je nog niets aan te schaffen: je vliegt met materiaal van de school. Dit betekent dat je na de introductiecursus of na het behalen van je B1 kunt stoppen zonder veel geld kwijt te zijn. Je hebt dan voor een paar honderd euro een hoop lol beleefd en bent een ervaring rijker.
Als je besluit door te gaan voor je B2 beslis je dat je écht wilt doorzetten en daarmee krijg je wat extra kosten voor de kiezen. Klaar zijn voor je B2 betekent klaar zijn voor de bergstages. Om je B2 brevet te halen moet je bij elkaar ongeveer 50 hoogtevluchten maken en je zult toch snel een week of 5 in de bergen moeten verblijven om dit aantal te halen. De kosten voor het benodigde aantal bergstages liggen gemiddeld zo rond de 2000,- euro, maar kan oplopen tot wel 3200,- euro.
Je verblijf in het buitenland is als een vakantie. Eigenlijk moet je de bijbehorende kosten dan ook een beetje los zien van het vliegen maar we noemen ze toch even. Tijdens de bergstages verblijft men vaak op een camping wat betekent dat je voor vijf weken in de bergen nog geen 1000,- euro kwijt bent. Wanneer je je echter wil laten verwennen met een goed bed in een chalet en een sjieke maaltijd kan dat natuurlijk aardig oplopen. Maar dat is nou vakantie vieren!
Vanaf de start van je B2 zul je met eigen materiaal gaan vliegen. Dit betekent dat je in willekeurige volgorde een aantal zaken bij elkaar moet sparen. De grootste aankoop is een eigen vleugel. Dat oudje uit 1980 kun je misschien voor 500,- euro op de kop tikken maar over het algemeen is men zo’n 1000,- euro kwijt voor een veilige vleugel. Sommige piloten geven drie keer zoveel uit aan een (bijna) nieuwe, moderne enkeldoeker of gemoedelijke intermediate maar daar vlieg je niet langer of verder mee.
Verder is een goed passend harnas een belangrijke investering. Een nieuw harnas wordt op maat gemaakt vanaf 1300,- euro. Veel piloten beginnen daarom met een tweedehands harnas dat ongeveer past en geven daar dan een paar honderd euro aan uit. Een helm koop je het liefst nieuw voor ongeveer 100,- euro omdat je anders niet weet of er interne schade is en hetzelfde geld voor een noodchute waar je ongeveer 500,- euro voor neer telt.
Om je vleugel te vervoeren en op te bergen kun je met wat knutselwerk, een tweedehands ladder en wat materialen van de bouwmarkt een heel eind komen. Tot slot kun je niet vliegen zonder radio. Een exemplaar met headset kost ongeveer 150,- euro. Daarnaast is een variometer handig omdat deze je goed kan vertellen wanneer je in lift zit. Makkelijker lang boven blijven is veel waard wat de reden is dat dit overbodige stukje techniek van 200,- á 300,- euro door veel piloten wordt aangeschaft (maar is dus geen absolute noodzaak).
